Verzuim na ruim een jaar corona onder de loep: verzuimduur vs. verzuimmelding

INLEIDING
Het afgelopen jaar is het verzuim in de zorgsector tot ongekende hoogte gestegen. Nu het einde van de coronacrisis lijkt te naderen blikken we terug om te kijken wat we hiervan kunnen leren. Gedurende het jaar hebben we steeds geprobeerd om aan de hand van maandcijfers de vinger aan de pols te houden. Nu er ruim een jaar voorbij is, willen we aan de hand van de kwartaalcijfers iets uitzoomen en de cijfers verder analyseren.

Verzuim kun je van twee kanten benaderen: hoe lang (duur) en hoe vaak (verzuimmeldingen) verzuimt iemand? In dit stuk willen we in kaart brengen wat de huidige werkelijkheid van het zeldzaam hoge verzuim betekent voor duur en voor frequentie.

Om het verzuim te analyseren kijken we graag naar voortschrijdende cijfers. Daarmee sluiten we namelijk de eventuele pieken en dalen uit als gevolg van de seizoenseffecten: door de bank genomen is het verzuim hoger in de koude kwartalen dan in de warme kwartalen. Voortschrijdende jaren bestaan altijd uit vier aaneengesloten kwartalen, waarbij steeds het ‘oudste’ kwartaal wordt weggelaten en het ‘nieuwste’ kwartaal wordt toegevoegd.

Met voortschrijdende cijfers wordt de structurele ontwikkeling van het verzuim in beeld gebracht en kunnen we een inschatting maken van welke kant het verzuim op gaat. In dit verslag hebben we de voortschrijdende cijfers van het tweede kwartaal van de afgelopen acht jaar als basis genomen.

Verzuimontwikkeling
In het tweede kwartaal van 2021 komt het voortschrijdend verzuim uit op 6,98 procent. We zien in acht jaar tijd eigenlijk alleen maar een stijgende trend.

De grote griepgolf van het eerste kwartaal van 2018 klinkt door in de drie erop volgende periodes. De daling van het verzuim in 2019 is vervolgens bedrieglijk aangezien het verzuim nog altijd hoger uitkomt dan in 2017. Corona doet er in 2020 nog een extra schepje bovenop en de stijgende lijn die is ingezet in 2014 wordt stevig doorgezet.

De afgelopen jaren hebben we in onze nieuwsbrieven vaak het verzuim uitgesplitst naar duurklasse en laten zien dat de oorzaak van de toename gezocht moet worden in de stijging van het langdurige verzuim. Als we nu opnieuw het verzuim onderzoeken, ligt het voor de hand om eerst te kijken naar wat er gebeurt met de gemiddelde verzuimduur.

VERZUIMDUUR
De duur van het verzuim is een belangrijk gegeven voor de bedrijfsvoering: langdurig verzuim betekent hoge verzuimkosten. Misschien dat we daarom wel drie manieren hebben om de verzuimduur onder de loep te nemen.

Gemiddelde duur
De gemiddelde duur geeft de gemiddelde lengte van beëindigde verzuimgevallen weer. Beëindigde gevallen zijn ziektegevallen waarvan de hersteldatum in de verslagperiode valt. De aansluitende ziektedagen die vóór de verslagperiode vallen worden dus ook meegerekend. De ziektedagen van beëindigde gevallen (vanaf de eerste ziektedag tot de hersteldatum) worden gedeeld door het aantal beëindigde gevallen in de periode.

Als we naar de gemiddelde duur (voortschrijdend) van 2021 kijken dan zien we een enorme stijging. Dat wijst erop dat als iemand verzuimt de kans groot is dat de werknemer meer dan 31 dagen niet inzetbaar is: één hele maand. In het tweede kwartaal van 2020 kwam de gemiddelde duur uit op 26 dagen. Het effect van corona op de verzuimduur is hier onmiskenbaar.

Duurklasse
In deze analyse kijken we ook naar het verzuim naar duurklasse. Een verzuimgeval wordt ingedeeld in één van de vier duurklassen. De totale lengte van het verzuim is bepalend voor de indeling. Deze wordt bepaald vanaf de eerste verzuimdag tot en met de hersteldatum of de einddatum van de verslagperiode. Een verzuimgeval kan slechts in één duurklasse worden ingedeeld en kan maximaal 730 dagen duren. Verzuimcijfers verdeeld naar duurklasse zijn bedoeld om te laten zien welk deel van het verzuim toebehoort aan werknemers die kort dan wel langdurig ziek zijn geweest. De vier duurklassen die Vernet hanteert zijn:

• 1 t/m 14 dagen (kortdurend verzuim)
• 15 t/m 91 dagen (middellang verzuim)
• 92 t/m 365 dagen (lang verzuim)
• 366 t/m 730 dagen (extra lang verzuim)

Bij verzuimontwikkeling naar duurklasse springen de stijgende lijnen van het lang en extra lang verzuim in het oog. Sinds het tweede kwartaal (voortschrijdend) van 2014 is het verzuim in duurklasse 92 t/m 365 dagen inmiddels toegenomen met 66,3 procent in de dezelfde periode van 2021.

Zowel kortdurend als middellang verzuim blijft jarenlang rond één procent, maar daarbij zien we dat met de komst van corona het kortdurend verzuim afneemt, terwijl het middellang verzuim juist toeneemt.

Ziektejaar
Behalve gemiddelde duur en de duurklassen berekenen we ook het verzuim naar ziektejaar. De eerste 365 dagen van het ziekteverzuim vallen onder het verzuimpercentage van het eerste ziektejaar. De dagen vanaf 366 tot en met 730 dagen vallen onder het verzuimpercentage van het tweede ziektejaar. Het verzuim van één werknemer kan dus in beide ziektejaren vallen.

Nadat we hebben gezien dat de gemiddelde duur in acht jaar tijd niet eerder zo hoog was als in het tweede kwartaal van 2021 en het verzuim vooral terugkomt in de hoogste duurklassen, wordt dit opnieuw bevestigd door het verzuimpercentage van het tweede ziektejaar. Ook hier zet de stijging zich onverminderd voort.

Verschil verzuim naar duurklasse en ziektejaar
Verzuimcijfers die verdeeld zijn naar duurklasse kunnen niet vergeleken worden met verzuimcijfers verdeeld naar ziektejaar. Dit komt omdat bij de verdeling naar duurklasse ziektedagen maar in één duurklasse geplaatst kunnen worden. Terwijl de ziektedagen bij de verdeling naar ziektejaren zowel in het eerste ziektejaar als in tweede ziektejaar kunnen vallen. Stel dat een werknemer 405 dagen ziek is geweest, dan worden alle ziektedagen in de duurklasse 366 t/m 730 dagen geplaatst. Als we kijken naar ziektejaren dan vallen de eerste 365 dagen in het eerste ziektejaar en de overige veertig ziektedagen in het tweede ziektejaar.

VERZUIMMELDINGEN
Met meldingsfrequentie geven we aan hoe vaak werknemers zich gemiddeld ziekmelden in een bepaalde periode. Bij een hoge meldingsfrequentie is het kortdurend verzuim (1 t/m 14 dagen) vaak eveneens relatief hoog.

In het eerste kwartaal (voortschrijdend) van 2021 duikt het gemiddeld aantal verzuimmeldingen onder 1 naar 0,91. Ook in het tweede kwartaal blijft dat zo met 0,96. We hebben dit niet eerder gezien in onze berekeningen.

Dit lijkt misschien een positieve ontwikkeling: minder ziekmeldingen betekent immers minder verstoring van het drukke werkproces. Maar in tijden van extreem hoog verzuim, wanneer mensen lang ziek zijn, is er sowieso minder kans dat iemand zich nog een keer ziekmeldt.

Meldingsklasse
Ter verdieping analyseren we het verzuim naar meldingsklasse. Daarbij maken we een verdeling over vier categorieën: nul, één, twee en drie of meer meldingen.

In het tweede kwartaal van 2021 was het percentage werknemers zonder verzuimmelding sinds 2014 niet zo hoog. Dit is in lijn met de lage meldingsfrequentie. Daarbij valt op dat het percentage werknemers dat zich twee keer of vaker ziekmeldt is afgenomen.

We zien hier opnieuw het effect van de lange gemiddelde duur van de huidige verzuimgevallen waarbij het onwaarschijnlijk is dat iemand zich vaker dan één keer ziekmeldt.

CONCLUSIE
Corona heeft duidelijk een enorme impact gehad op het verzuim in de zorgsector. Het grootste effect zien we terug bij het langdurig verzuim dat nog nooit zo hoog is geweest.

Als verzuim steeds vaker steeds langer duurt, dan wordt de ruimte om voor korte tijd uit te vallen steeds kleiner, tot het punt dat er misschien helemaal geen ruimte meer over is. Een onwenselijke situatie. Het is niet meer dan menselijk om soms een beetje tijd nodig te hebben om even bij te komen, om te herstellen. Zeker het zorgpersoneel dat al jarenlang onder hoge druk staat. De vraag is: is de zorg straks nog in staat om aan de stijgende zorgvraag te voldoen, als zorgen voor zichzelf soms al een grote uitdaging is?

Door tien jaar Vernet Health Ranking weten we dat aandacht voor verzuim cruciaal is bij het beheersen ervan. Ook nu stippen we dat graag weer even aan. In de praktijk betekent dat onder andere voldoende aandacht hebben voor de medewerkers. Op organisatieniveau wordt dat op veel verschillende manieren succesvol ingevuld. Maar met een groot personeelstekort en de lange nasleep van corona staat de zorgsector voor een enorme uitdaging om het personeel die aandacht te kunnen geven die nodig is.

Met de voorspellende kracht van de voortschrijdende cijfers verwachten we dat een daling van het verzuim er helaas voorlopig nog niet aankomt en kunnen we ons tegelijkertijd afvragen waar dit naartoe gaat.

Wil je hier meer over weten? Kijk dan op onze website naar de blogreeks ‘Werkgevers inspireren werkgevers’, waar de winnaars van de Vernet Health Ranking hun aanpak delen ten aanzien van verzuim, ook in dit specifieke coronajaar.