Verzuimanalyse naar leeftijd – deel 5: werknemers van 56 jaar en ouder

INLEIDING

In het vijfde en laatste deel van onze verzuimanalyses naar leeftijdsklasse verdiepen we ons in de groep werknemers van 56 jaar en ouder. Op dit moment valt ruim een kwart van de zorgmedewerkers in deze leeftijdsklasse. Het verzuim van deze groep heeft daarom een groot effect op het gemiddelde verzuim van alle medewerkers in de zorgsector.

Evenals in onze vorige analyses naar leeftijdsklasse nemen we ook nu weer de voortschrijdende cijfers vanaf het eerste kwartaal van 2020 als basis. Daarmee kijken we naar de structurele ontwikkeling van het verzuim en krijgen we een indruk van de richting waarin het verzuim gaat.

VERZUIM

In kwartaal 3 van 2023 (voortschrijdend) komt het verzuimpercentage onder werknemers in de leeftijd van 56 jaar en ouder op 9,81. Daarmee wordt de daling doorgezet die in kwartaal 2 van 2023 is ingezet, maar is minder sterk dan in de jongere leeftijdsklassen. Daarbij is het verzuim in alle leeftijdsklassen nog steeds hoger dan in dezelfde periode van 2021. Bij de oudste werknemers kwam het verzuim toen op 9,06.

VERZUIMMELDINGEN

De meldingsfrequentie van werknemers in leeftijdsklasse 56 jaar en ouder komt in kwartaal 3 (voortschrijdend) van 2023 op 1,13 en is net als in de andere leeftijdsklassen lager dan vorig jaar. Daarbij zien we dat de oudste werknemers zoals altijd de laagste meldingsfrequentie hebben.
Tegelijk komt in alle leeftijdsklassen het gemiddeld aantal meldingen nog steeds ruim boven dat van kwartaal 3 (voortschrijdend) in 2021. Bij de werknemers van 56 jaar en ouder lag de meldingsfrequentie toen nog onder de één.

Het frequente verzuim neemt ook af. Dat betekent dat er minder werknemers van 56 jaar of ouder zijn die zich drie keer of vaker ziek melden. Deze ontwikkeling zien we terug in alle leeftijdsklassen.

VERZUIMDUUR

De reden van de daling van het totale verzuim onder werknemers in de leeftijd van 56 jaar en ouder zien we terug in de afname van het kortdurend en middellang (1 t/m 91 dagen) verzuim: bij elkaar opgeteld 12% lager dan een jaar geleden.

De totale afname blijft echter klein doordat het lang verzuim (92 t/m 365 dagen) ten opzichte van vorig jaar gelijk gebleven is en het extra lang (366 t/m 730) verzuim met 11% is toegenomen. Het extra lang verzuim is in alle leeftijdsklassen gestegen, behalve bij de werknemers van 25 jaar en  jonger.

In de hoogste duurklasse komt het verzuim onder werknemers van 56 jaar en ouder deze periode op 2,87. Dat hebben we nog niet eerder zo hoog gezien.

WIA

Naast de stijging van het extra lang verzuim zien we dat een steeds groter deel van de zorgmedewerkers niet herstelt voordat het tweede ziektejaar afgerond is. Zij komen steeds vaker in de WIA, wat weliswaar in alle leeftijdsklassen voorkomt maar toch vooral bij de oudere werknemers.

VERZUIMKOSTEN

Van het zorgpersoneel is op dit moment 26% van de medewerkers 56 jaar of ouder. Het aandeel van de werknemers in deze leeftijdsklasse neemt zorgbreed elk jaar toe.

Als we naar de verzuimkosten kijken dan kan op dit moment 31% van de verzuimkosten toegekend worden aan deze groep. Dit houdt echter niet alleen verband met het feit dat het aandeel van de oudste  werknemers steeds groter wordt, maar heeft ook te maken met het hoge verzuim dat vaker voorkomt in deze leeftijdsklasse.

DEELTIJD

De mate waarin werknemers in deeltijd werken is naast verzuim ook van invloed op de beschikbare arbeidscapaciteit. In de verschillende leeftijdsklassen zijn hier duidelijke verschillen waar te nemen. In een eerdere analyse zagen we al dat de gemiddelde deeltijdfactor in de leeftijdsklasse 26 t/m 35 jaar het hoogst is. Met elke volgende leeftijdsklasse is het gemiddelde deeltijdpercentage kleiner.

We zien echter dat alleen onder werknemers van 56 jaar en ouder het gemiddelde deeltijdpercentage stabiel blijft op 68%, terwijl het in de andere leeftijdsklassen groeit.

CONCLUSIE

Minder kortdurend verzuim en minder verzuimmeldingen, dat zijn positieve ontwikkelingen in de leeftijdsklasse van 56 jaar en ouder.

Deze groep is echter kwetsbaar als het over verzuimduur gaat. In kwartaal 3 (voortschrijdend) van 2023 lukt het ruim één procent van de 56 jaar en ouderen niet om te herstellen voor het einde van het tweede ziektejaar. Die groep was niet eerder zo groot. Deze ontwikkeling zorgt tevens voor een toename van de verzuimkosten.